Compacten, Verrijken, Verbreden en Versnellen

2. Wat hebben hoogbegaafde leerlingen nodig van het onderwijs?

 

a.     Compacten

Naast het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoeften van de leerling is het van groot belang een reëel beeld te verkrijgen van de didactische behoeften van de leerling. Door grondige analyse van (door-)toetsresultaten is het mogelijk van de leerling een didactisch profiel op te stellen waarbij zowel hiaten (binnen vakgebieden en/of specifieke categorieën) als didactische voorsprong beschreven worden. Deze analyse is leidend voor het bepalen van de stof die leerling zich nog eigen dient te maken.

Algemene uitgangspunten bij compacten:

  • Leerlingen doen in principe mee met de instructie van nieuwe delen van de lesstof
  • Leerlingen maken naar behoefte de oefenstof gericht op het zelfstandig verwerken
  • Leerlingen hebben nauwelijks tot geen behoefte aan herhalingsoefeningen
  • Leerlingen blijven wel betrokken bij het groepsproces dus groepsgerichte opdrachten worden in principe wel meegedaan
  • Leerlingen doen mee met de methodetoetsen
  • Voor leerlingen met grote didactische afstand tot de pluslijn uit de methode wordt een individueel leerplan opgesteld.

 

b.     Verrijken en verbreden

Door het compacten van de reguliere lesstof ontstaat ruimte en tijd om passende uitdaging te bieden voor de leerling. Deze uitdaging is, net als de reguliere lesstof, verplicht en dient te worden nagekeken en beoordeeld door de leerkacht. Het zijn dus nadrukkelijk geen vrijblijvende projecten waar de leerling naar believen aan kan werken.

Bij verrijken van de lesstof is er een duidelijke relatie met en gaat dieper in op de thema’s en/of projecten waar de klas op dat moment aan werkt. Het SLO heeft de volgende criteria voor verrijkingsstof opgesteld:

  • Bevat open opdrachten, met ruime voor eigen inbreng
  • bevat een hoge mate van complexiteit en een hoog abstractieniveau
  • bevat authentieke contexten (complexe real-life problemen)
  • doet een beroep op de zelfstandigheid van leerlingen
  • doet een beroep op meerdere begaafdheidsgebieden (leervoorkeuren); MI – Gardner
  • doet een beroep op hogere orde denkvaardigheden (analytisch, creatief en kritisch); Bloom
  • doet een beroep op metacognitieve vaardigheden (denken over denken)
  • stimuleert de autonomie en eigen verantwoordelijkheid (zelfsturing)
  • stimuleert tot een onderzoekende houding (nieuwsgierigheid)
  • lokt uit tot een reflectieve houding (evaluatie, zelfreflectie)
  • draagt bij aan meer zelfinzicht bij leerlingen (kwaliteiten, leer- en denkvoorkeuren)

Een handig hulpmiddel bij het beoordelen en/of ontwikkelen van verrijkingsstof is de indeling volgens de Taxonomie van Bloom. Deze taxonomie is een hiërarchische ordening van informatieverwerkingsniveau’s van concreet naar abstract. Elk niveau hoger betekent beheersing van de vorige stap.

Bij Onthouden, Begrijpen en Toepassen gaat het om het reproduceren van kennis en informatie. Dit zijn de lagere orde denkvaardigheden.
De hogere orde denkvaardigheden Analyseren, Evalueren en Sythetiseren & Creëren vragen een grondige verwerking en bewerking van de opgenomen kennis en informatie.

Niveau Informatieverwerking Omschrijving
6 Synthetiseren en Creëren Bij synthetiseren en creëren gaat het om het verbinden van elementen tot een coherent geheel of het vormen van nieuwe verbindingen of ontwerpen van een origineel product.
5 Evalueren Bij evalueren gaat het om het vellen van een kritisch oordeel, het nemen van besluiten op grond van criteria en standaarden.
4 Analyseren Bij analyseren gaat het om het ontleden en ordenen van onderdelen naar inhoud, vorm en functie. Wat zijn de verschillende onderdelen van een systeem en hoe staan ze in onderlinge relatie tot elkaar?
3 Toepassen Bij toepassen gaat het om het gebruiken van aanwezige informatie in een andere situatie. Het hanteren van de juiste regels, begrippen, procedures, methodes of het juiste schema.
2 Begrijpen Bij begrijpen gaat het om het achterhalen van de betekenis en gevolgen van informatie.
1 Onthouden Bij onthouden gaat het om het ophalen, herinneren en herkennen van feiten uit het geheugen.

Door verrijkingsvragen te formuleren aan de hand van de Taxonomie van Bloom ontstaat een balans tussen concreet en abstracte informatieverwerking. De vragen kunnen in beide richtingen geformuleerd worden: Bottum-up van Onthouden naar Synthetiseren en Creëren of Top-down van Synthetiseren en Creëren naar Onthouden.

De vragen kunnen zowel op conceptueel niveau geformuleerd worden (= het begrijpen en internaliseren van kennis en inzichten) als op metacognitief niveau (= het hanteren van specifieke strategieën om kennis en inzichten te verwerken)

Tip: Geef Snelle Snappers de opdracht vragen te bedenken passend bij het actuele thema, volgens de taxonomie van Bloom. Op deze manier maken zij zich de lesstof
Dit heeft als voordeel dat de Snelle Snappers zicht krijgen op de verschillende informatieverwerkingsniveau’s, dit komt hun metacognitieve vaardighedenontwikkeling ten goede. Bovendien bouw je als leerkracht op deze manier aan een database met verrijkingsvragen zonder dat je zelf deze vragen hoeft te formuleren.

 

 

c.     Versnellen

 

In Nederland wordt weinig gedaan met de mogelijkheden die versnellen biedt voor de Snelle Snappers. Terwijl ca. 5% van de leerlingen in Nederland doubleert versnelt slechts 0,5% van de leerlingen. Dat is opmerkelijk omdat uit (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek keer op keer blijkt dat versnellen een effectieve onderwijsaanpassing biedt voor Snelle Snappers welke ook nog eens relatief eenvoudig is door te voeren binnen het regulier onderwijs.

De reden dat er weinig versneld wordt is dat zowel bij ouders als bij leerkrachten twijfels en onzekerheid bestaan over de consequenties van versnellen en dat vaak wordt aangenomen dat een leerling sociaal-emotioneel nog niet toe is aan een volgende groep. In de praktijk valt dit echter meestal mee, wanneer onderscheid gemaakt wordt tussen de emotionele ontwikkeling van een kind en (het gebrek aan) sociale oefening die het heeft gehad door de omgang van ontwikkelingsgelijken.

Versnellen kan ook juist die uitdaging bieden die de Snelle Snapper ontbeert. Het gaat namelijk, voor de volledige persoonlijkheidsontwikkeling, niet alleen om uitdaging op het gebied van taal, rekenen en wereldoriëntatie, maar juist over uitdaging in het oplossen van complexe vraagstukken. Versnellen van groep levert automatisch een complex vraagstuk waarover zowel leerkracht als ouders op metacognitief niveau (reflecterend op eigen gedachten, gedrag, gevoelens) met de Snelle Snapper kunnen communiceren. De rijke leerervaring op een presenteerblaadje!

Voor het maken van een objectieve inschatting over de wenselijkheid van Versnellen kan gebruik gemaakt worden van de Versnellingswenselijkheidslijst ontwikkeld door het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek van de Radboud Universiteit. Deze lijst is vrij beschikbaar.

Door naar: Wat hebben hoogbegaafde leerlingen nodig van hun leerkracht?

maart 13th, 2021 by Anita Wuestman